Nieuws

12 november 2018

Pedagogiek en inrichting gaan hand in hand

‘Ruimte voor pedagogiek’ als rode draad in het beleid, daar is Stichting Rijswijkse Kinderopvang (nu: Kinderopvang Morgen) mee bezig, tot in het kleinste hoekje van de organisatie. Ook letterlijk, want het inrichten van goede speelplekken krijgt daarbij alle aandacht. Investeren in medewerkers en investeren in het gebouw gaan hand in hand.

Preview foto
Vorig jaar verscheen het Pedagogisch curriculum. Hoe wordt het in de praktijk gebruikt? Dat is de vraag die ik aan vijf organisaties voor kinderopvang voorleg. Bij ‘Blauwkapje’ in Rijswijk bespreken we de onderbouwing van het pedagogisch handelen.

 

‘Ruimte voor pedagogiek’ als rode draad in het beleid, daar is Stichting Rijswijkse Kinderopvang (SRK) mee bezig, tot in het kleinste hoekje van de organisatie. Ook letterlijk, want het inrichten van goede speelplekken krijgt daarbij alle aandacht. Investeren in medewerkers en investeren in het gebouw gaan hand in hand. Ook bij Blauwkapje, een prachtige locatie op de grens van Rijswijk en Den Haag.

 

Blauw koepeltje
Het zou een moderne moskee kunnen zijn, met die mooie blauwe koepel op het gebouw, maar het is een ingenieus ontworpen kinderdagverblijf, met vijf groepen. Alle groepen zijn verbonden met een grote hal onder de blauwe koepel. En met een schitterende tuin aan de achterkant. 
Toch liep het niet helemaal lekker op deze locatie van SRK. ‘Het was tijd voor radicale vernieuwing’, vertelt Astrid Groenewegen, locatiemanager van Blauwkapje. ‘Het Pedagogisch curriculum was daarbij een kompas, want daarmee zijn we teruggegaan tot de kernvraag: “Wat is goed voor de kinderen?”’

 

De baby’s apart
‘We waren niet tevreden over onze babygroepen. Met de nieuwe kwaliteitseisen van IKK in zicht besloten we tot een radicale aanpak: een nieuwe groepsindeling en herschikking binnen het team. We hebben nu twee aparte babygroepen voor kinderen tot ongeveer 15 maanden. Daarnaast een dreumesgroep, een peutergroep en een verticale groep voor kinderen van 15 maanden tot 4 jaar. Geen nul-vier groepen, dat is veel te onrustig voor kleine baby’s. 
Wat hebben baby’s nodig? De hoofdstukken uit het Pedagogisch curriculum over emotionele veiligheid geven ons houvast bij het beantwoorden van die vraag. Een veilige en rustige ruimte, met ruimte voor beweging en met veel persoonlijke aandacht van de pedagogisch medewerker. Stap voor stap werken we daarnaar toe: met de pedagogisch medewerkers en met de inrichting van de ruimte.’

 

Hoe reageren de pedagogisch medewerkers hierop?
‘We hebben iedere medewerker gevraagd: “Ben je bereid om nieuwe dingen te leren en toe te passen?” Die persoonlijke benadering is belangrijk, want als pedagogisch medewerkers het niet zien zitten, bereik je nooit je pedagogische doelen. Er was een medewerker die zei: "Ik werk liever op de peutergroep." Oké. Maar toen ze kwam invallen op de babygroep zag ik de vonkjes in haar ogen en werden haar talenten pas goed zichtbaar. Ze voelde dit zelf ook en volgde de training voor babyspecialist. Nu is ze de spil van de nieuwe babygroep.
Het aanbieden van scholing is nodig, maar nog niet genoeg om de nieuwe werkwijze echt van de grond te krijgen. Of liever gezegd: op de grond! Als je nu binnenloopt bij de babygroep, zie je de pedagogisch medewerker op de grond zitten, dichtbij de kinderen. Er is veel meer interactie met de kinderen, de deur naar de groep ernaast is gesloten en je hoort dat de baby’s veel minder huilen. Minder stress, meer rust, zowel bij kinderen als bij medewerkers.’

 

Klinkt goed. Hoe hebben jullie dit bereikt?
‘Door dagelijks op de werkvloer te komen, met aandacht voor de pedagogiek. In de coaching gesprekken vraag ik: “Wat heb jij nodig om de baby’s alles te bieden wat ze nodig hebben?” Vaak noemen de medewerkers dan materialen voor de inrichting. Ze gaan deze zelf uitzoeken. Ik ga ze niet meteen bestellen, maar ze tekenen en plakken dat op een A4-tje. In het babygroepenoverleg lichten ze hun keuze toe en stemmen we alles op elkaar af. Pas daarna ga ik dingen aanschaffen. Het is geen kunst om je groepen prachtig in te richten, maar het gaat om die pedagogisch medewerker.’

 

Waar haal je de tijd vandaan voor deze intensieve aanpak?
‘Gelukkig investeert SRK in pedagogiek! Met het Pedagogisch curriculum in de hand hebben we gekeken wat onze pedagogische opdracht is. Voor mij is dat: het verbeteren van de pedagogische kwaliteit op deze locatie. Daar hoort het eindeloos zoeken naar invallers, roosters maken en het racen van de ene locatie naar de andere niet bij! Ik krijg de ruimte om me aan de groepen, het team en de ouders te wijden. We zijn er van overtuigd dat deze investering loont. Je moet het wel goed zichtbaar maken voor de ouders.
We onderscheiden ons van de locaties hier in de buurt door onze schitterende tuin. Ook hier moet je de inrichting koppelen aan pedagogiek. Loop maar mee naar buiten, dan zie je wat ik bedoel.’ De kinderen staan met hun neus tegen het gaas van het nieuwe kippenhok. Er is een zee aan ruimte: het lijkt wel een natuurspeeltuin! Bij de babygroepen staan buitenbedjes en is er een afgeschermde ruimte waar de baby’s in kruippakken rond kunnen scharrelen. Verspreid over de ruimte zie ik pedagogisch medewerkers die met kleine groepjes kinderen op onderzoek uit zijn. Als ouders dit zien zijn ze ‘om’, ze voelen: “Hier is het goed voor mijn kind.”’

 

Hoe staan de ouders ten opzichte van alle vernieuwingen?
‘In het begin waren de ouders huiverig. Ze zien vooral dat hun kind gehecht is aan die ene pedagogisch medewerker en willen niet dat dit verandert. Op de eerste ouderavond bespraken we de vier pedagogische basisdoelen uit het Pedagogisch curriculum. We zeiden tegen de ouders: ‘Dit willen wij voor jullie kinderen!’. Op de tweede ouderavond ‘Uw kind in de hoofdrol’, lieten pedagogisch medewerkers aan de hand van filmpjes zien hoe ze in hun groep met de kinderen werken. Hierdoor is het zelfbewustzijn binnen ons team enorm gegroeid, echt mooi om te zien.’